Het project CEPO

23 november 2017

​Wat is nu hetgeen waar het project voor staat en wat ik zoal hier doe? CEPO staat voor Community Empowerment Programme Organisation en ze hebben als doel de minderbedeelden uit de gemeenschap te helpen met een gezond en stabiel leven. Er zijn dan ook verschillende activiteiten die ze hier doen. Zo hebben ze een schooltje opgezet waar kinderen op jonge leeftijd al naar school kunnen. Elke ochtend loop ik samen met Nina, local van het project, en nu ook Laura, nieuwe vrijwilligster, richting het kantoortje dat is gevestigd op de school. Hier word ik onthaald door twee juffen die voor de klas elk woord en elke zin staan op te dreunen en de kinderen het naschreeuwen. Op dit schooltje geef ik geen les, maar hielp ik deze week wel met de examens, waarbij ik zei wat de kinderen van 3-4 jaar moesten doen. Sommige kinderen hadden al moeite met hun naam schrijven terwijl de anderen al bijna klaar waren met het tentamen. Ik moest mij inhouden om het niet van ze over te nemen, maar op die leeftijd al zo'n moeilijke naam schrijven, vond ik al heel knap van ze! Voor nu zitten maar 10 kinderen op de school en om een beetje positief te gaan draaien, zijn er minstens 50 en maximaal 100 kinderen (anders is het niet meer een prive school) nodig. Daarom heb ik samen met Nina een flyer gemaakt die in de vakantie worden rondgebracht. Deze vakantie begint al volgende week en eindigt pas in het nieuwe jaar (lucky children). Daarnaast ben ik erachter gekomen dat juf Esther het erg leuk vindt om Nederlandse woordjes te leren. Ze heeft een kleurboek voor kinderen en bij elk plaatje staat een woord. Zo heb ik met haar een paar Nederlandse woordjes doorgenomen en blijft de g, r en sch toch wel erg lastig. En waarom staat er -en op het eind en niet gewoon een -s als het meervoud is?! Het is toch geweldig dat ze daar de tijd voor neemt!

Ook moet er ook nog wat aan de school zelf gebeuren. Zo hebben ze maar twee klaslokalen en willen ze voor het nieuwe schooljaar (begint in februari) het derde klaslokaal af hebben. Tijdens de dagen dat het hard regent, of zelfs hagelt, zit ik in het hoofdkantoortje decoratie en educatieve vormen te maken, want weggaan met regen lukt niet door de modderige en gladde wegen. Heel nuttig voel ik mij dan niet, maar je komt dan wel achter veel interessante verschillen! Zo geloven velen hier in slechte heksen, is het kraaien van een bepaalde vogel een teken dat iemand in dat huis of familie overlijdt, zijn er 120 verschillende stammen in Oeganda die wel met elkaar mogen trouwen, er kanibalen in Oeganda leven, er kinderen en vrouwen nog worden geofferd om een beter leven te krijgen en worden de kinderen ondanks dat het verboden is soms nog thuis en op school geslagen. Wanneer ik dan vraag of dat normaal is, krijg ik het antwoord van niet, maar dat het gewoon zo is en dat de meesten het doen. Uitleggen dat wij als Nederlanders meer nuchter naar dingen kijken en redeneringen zoeken om dingen te verklaren, blijkt toch nog iets lastiger dan ik dacht..

De naaischool worden gerund door vrouwen uit de gemeenschap. Helaas hebben ze nu geen leerlingen, doordat veel meisjes niet goed met de spullen omgingen, dus komt de vrouw alleen als er opdrachten zijn. Zo maken ze portemonnees, tassen, shorten, pannenlappen en broeken. Deze verkopen ze aan of leggen ze neer bij verschillende restaurantjes of hostels in Masaka-town waar vooral de buitenlanders komen, wat ja, die hebben geld en willen dat wel als souvenirtjes. Afgelopen woensdag waren we dan ook naar plot 99 gegaan om te vragen of ze nog een paar tassen bij wilden kopen. Er werden er vijf bij besteld en ik zou ze de volgende avond met mij meenemen. Die dag zou de vrouw er nog drie bijmaken, maar toen ik in de middag vroeg of ik ze al mee kon nemen, was ze nog niet eens klaar met één tas! Niet alle materialen waren er.. Dus dan maar de week erna. Vanuit Nederland heb ik ook nog een paar stofjes meegenomen, dus hopelijk kunnen ze weer even vooruit!


Bij Samantha's oude huis hebben ze een piggery. Deze varkens kunnen ze eventueel verkopen voor wat extra geld. Twee van de grote varkens vond ik wel echt heel dik en van de week kwam ik erachter dat deze twee zwanger waren en de little piggies elk moment kunnen komen. Hierdoor is het plan om de rest van de hokken in deze periode af te maken. Samen met Rienke, een vrijwilligster bij het project FOHO, heb ik dan ook geholpen om het zand, om de waterbakken van te maken, naar het huis te brengen. Samantha zei dat wij dat wel konden doen en de mannen de hokken schoon konden maken. Kom ik met een loeizware kruiwagen aanlopen, staat de één een beetje met Samantha te praten en staat de andere toe te kijken hoe wij het doen! Nou, dat was nu ook weer niet de bedoeling..


Deze weken hadden we ook home-visits bij minder bedeelden in de gemeenschap. Zo zijn wij van de week bij een oude man geweest die 89 jaar was, wat hier heel oud is!! Zijn huisje bestaat uit drie onderdelen, een kamer voor hout en water, zijn woonkamer met een vuurtje voor de pannen en een stoel met krukje en ik denk dat hij in het derde kamertje slaapt. In het huisje kon ik niet veel langer dan tien minuten staan, omdat de rookwalmen van het vuur in het hele huis verspreidt zijn. Gelukkig leven de mensen hier vooral buiten, maar toch wil ik niet weten hoe zijn longen eruit zien! Zijn latrine was ingestort en bestaat nu uit twee planken boven een groot gat. Daar aangekomen hebben wij zijn bezittingen uit het huisje gehaald. Door water over het zand in zijn huis te gooien en met riet alles aan te vegen, maakten wij zijn huis schoon. Daarbij heb ik zijn watertank gevuld met het regenwater dat hij heel slim in jerrycans opving door bladeren te spannen. De paar borden, pannen, mokken en bestek dat hij bezat hebben we schoongemaakt. Wat waren die smerig! De volgende dag zouden we terug komen om een stoof, waar ze op koken, te maken. De dag daarna had hij teveel last van zijn voet, waardoor wij hem naar een prive kliniek brachten. Aangekomen bij de kliniek konden we gelijk doorlopen. De man ging zitten en ik bleef naast hem staan met zijn medische dossier (geschreven in een schoolschrift, maar toch, hij had er één). Ik vond het erg interessant hoe het daar allemaal verliep, dus hoorde ik de dokter uit welke medicijnen hij nodig had en wat hij allemaal moest doen. De grootste challenge, water met zout koken en dat water schoon houden! Van de week zijn wij terug gegaan om de modder voor de stoof klaar te maken. Zand losmaken, water erover heen gooien en met blote voeten er lekker in stampen! Echt super (smerig) om te doen en ik moest mij af en toe wel vastpakken om niet heerlijk onderuit te gaan in de modder! De oude man vond het geweldig en zat grinnikend van de zijkant toe te kijken. Wij maakten zijn dag weer goed!

Een andere huisbezoek is bij een oudere vrouw die zorgt voor twee kinderen met een geestelijke beperking. De jongste is ermee geboren en de oudste had op een dag ineens een geestelijke beperking. Sommige mensen zeggen dat dit komt door de griep, doordat Oegandesen toch wat minder bestand zijn tegen deze ziekte dan wij. Door medicijnen te slikken, voelen ze zich beter. Echter waren de medicijnen bijna op en na drie keer langs te gaan, was ze eindelijk thuis voor het medicijnenboekje. De tweede keer waren de kinderen achter gelaten bij een andere vrouw en doordat ze niet makkelijk achter de kinderen aan kon lopen, had ze de kinderen vastgebonden aan een paal. Dat was wel heel heftig om te zien!


Ook zijn we bezig met gezondheidseducatie, mijn specialisatie! Tijdens een gesprek kwamen we erachter dat Hepatitis B hier nu meer voorkwam. Hierover wilden ze graag voorlichting geven aan de mensen en kinderen in de gemeenschap. Eerst wilden ze inplannen wanneer we het gingen voorbereiden, maar Laura en ik zeiden gelijk dat we dat wel zelf uitzochten. Toch even lekker werken op een Nederlandse manier en tempo. Na het schrijven en uittypen van de informatie, gingen we opweg naar een basisschool waar we voor een klas van 50 kinderen voorlichting gaven over Hepatitis B. Alle kinderen stonden op en begroette ons in koor. Samantha begon met de presentatie in het Lugandees en aan de hoeveelheid die ze te bespreken had, dachten wij dat ze al bijna alles verteld had. Gelukkig viel dat mee en kon ik mijn stuk vertellen over de vormen van Hepatitis B en over de medicatie. Toen ik alle kinderen naar mij zag staren, probeerden ik wat vragen te stellen, maar de leraar onderbrak mij en zou het nog een keer vertellen. Hij begon echter over onderwerpen te praten die nog niet aan bod waren gekomen. Later werd alles nogmaals in het Lugandees verteld en toen begrepen de kinderen het eindelijk. Vragen of alle kinderen Engels konden, maakte dus niet zoveel uit.. Bij de vragen aan het einde stond er een jongetje op om te vragen of hij het ook kon krijgen van een meisje kussen, zo schattig!! Aan het einde prees de schoolhoofd ons werk heel erg. Ze hoorden wel dat ze voorzichtig moesten zijn over de radio, maar nog nooit had iemand ze verteld hoe ze de virus zouden krijgen en wat de gevolgen zijn. Geeft dan toch wel een heel fijn gevoel om deze informatie met ze te kunnen delen! Gelijk werd er al voorgesteld om het ook aan de ouders van de kinderen te vertellen en ook bij een gezondheidscentrum. Kan ik toch mijn steentje bijdragen!


Naast mijn project, zijn er ook andere projecten in Masaka. Zo heb ik een avond en dag meegelopen met Rienke bij FOHO, foundation of hope organisation, die hulp bieden voor straatkinderen in Nyendo. In de avond hadden ze een outreach. Hier zagen we veel straatkinderen die dronken of onder invloed waren van lijm of andere drugs. Veel straatkinderen waren bezig met metaal te verzamelen op een truck die ze in Kampala kunnen verkopen. Dit is dan niet alleen oud metaal, maar ook gestolen metaal. In de achtersteegjes waren de 'wallen' van Nyendo. Hier stonden meisjes met drank in hun hand en korte rokjes op klanten te wachten. Veel van deze meisjes hebben hiv doordat mannen geen condooms willen gebruiken. De percentages in Nyendo en Masaka zelf zijn dan ook schrikbarend, 68% van Masaka en 89% van Nyendo heeft hiv! Veel van deze mensen schamen zich ervoor en halen hierdoor niet de medicijnen. Gelukkig willen veel straatkinderen terugkomen naar FOHO of hebben ze een beter leven na het leven bij het project!

Samen met de leiding van FOHO hebben Rienke en ik ook nog een kijkje mogen nemen in de vrouwengevangenis. De mannengevangenis mochten we niet betreden, omdat er 7.000 mannen zitten, in vergelijking tot 200 vrouwen, en ze iets gevaarlijker zijn. In de gevangenis kregen we een stoel toegewezen en al snel een baby in onze handen geduwd. Tot 2 jaar mogen de babies in de gevangenis blijven, waar ze borstvoeding en suiker krijgen. Een ongezonde combinatie, aangezien een van de babies heel dik was en de navel buiten het lichaam hing. Als laatste kregen we nog een stapel tassen te zien die zij hadden gemaakt. Onder een kleine druk van al die starende vrouwen hebben we een 'mooie' kralentas gekocht. Gelukkig zocht ik nog een cadeau voor Nina haar afstuderen!

En als ik in het weekend geen trip heb, dan ga ik heerlijk even zwemmen en kijk ik de intocht van sinterklaas en een kerstfilm om mij, maar vooral Rienke die volgende week alweer naar Nederland gaat, op het koude, feestvierend Nederland voor te bereiden!

Foto’s

3 Reacties

  1. Bram van Ooijen:
    23 november 2017
    Je maakt veel mee , komt op veel plaatsen en leert van alles , mooi hoor . Veel plezier en succes gewenst !
  2. Niels:
    24 november 2017
    Wat een verhalen weer! Je leert een hoop :-) Heftig van al die kinderen aan de drank en in prostitutie... Groetjes aan iedereen!
  3. Anja en Stef:
    30 november 2017
    Wat een week! Dit is het echte Afrika, met alle ongemakken , ongediertes en andere zaken waarvan wij inmiddels geen weet meer van hebben. Wij zien dat wel op tv, maar jij zit er nu middenin. Het zal ongetwijfeld lang op je netvlies blijven.